Leerlingen met zowel ADHD als autisme hebben vaak tegengestelde behoeften: ze zoeken prikkels, maar raken er ook snel door overbelast. Volgens recente schattingen heeft 30 tot 50 procent van de kinderen met één van beide diagnoses kenmerken van de ander. In de klas vertaalt dat zich naar moeite met concentratie, impulsiviteit en overgevoeligheid voor veranderingen. Leerkrachten moeten daardoor voortdurend balanceren tussen duidelijkheid en flexibiliteit.
Ouders en scholen spelen samen een sleutelrol in het creëren van consistentie. Door afspraken op elkaar af te stemmen, weten leerlingen beter waar ze aan toe zijn. Scholen die werken met het principe van universeel ontwerp voor leren (UDL) — onderwijs dat van nature rekening houdt met verschillen — blijken beter in staat om kinderen met neurodiverse profielen te laten bloeien.